Zondag gaf ik een presentatie over toepasbare sportpsychologie voor Coachplatvorm van Topsport Den Haag. Een mooie plek, want na afloop konden we de theorie terugzien in de finale van The Hague Grand Prix Judo. In mijn praatje voor de coaches ging het o.a. wachten vlak voor aanvang. Wat zeg je als coach tegen je sporter(s) en hoe doe je als coach?
Bij judo geven de trainers de judoka’s flinke klappen op de schouders en gezicht. Dit doen ze om power op te wekken. Als het goed is, hebben zij met hun judoka’s afgesproken wanneer en hoeveel informatie ze nog willen zo vlak voor wedstrijd. Mijn advies is: stuur ze met één duidelijke opdracht de mat op. Bijv ‘hoog tempo’ is een instructie die je mee kan geven. Dat klinkt logisch, maar juist bij twijfel zie je dat bewegingen en voetenwerk vertraagd, wat averechts werkt
Bij judo wil je de tegenstander op zijn rug krijgen. Dat start met een goede pakking, zorgen dat jij de controle hebt. Mentale factoren die hierbij een rol spelen zijn bijv: zelfvertrouwen (weten dat jij de sterkste bent), concentratie (taakgericht handelen) en aandacht (ruimte om te scoren zien). Dit zijn vaardigheden die je richting een toernooi kunt trainen, zodat ze bij de wedstrijd ingezet kunnen worden.